dot Home - start
dot Prehistorie - Archeologie
dot Historie
dot Bewoning per erf
dot Bewoning per jaar

dot Alle straatnamen





dot Laatste wijzigingen
Stuur een e-mail aan Historisch Emmen
Vanwege een storing kunt u tijdelijk geen email verzenden

Logo Pre-Historisch Emmen

Oudste vermelding Emmen 1139


Julianastraat - Saalhof

Foto Historisch Emmen kaart Saalhof 1846
Onder de plaatsnaam Emmen is de Saalhof aangegeven.
Bron: Kaart van Drenthe door
D.H. van der Scheer uit 1846.

Ten zuiden van de Nederlands Hervormde kerk was omstreeks 1832 nog geen bebouwing. Na 1832 breidde Emmen zich langs huidige Wilhelminastraat meer en meer naar het zuiden uit.

Eén van de oudste stukjes Emmen lag echter wel in dit onbebouwde gebied. Het was gelegen tussen de huidige Wilhelminastraat en Julianastraat, in het noorden begrenst door de Kerkhoflaan, in het zuiden door de Molenstraat. Dit gebied staat bekend als De Saalhof.


Johan Picardt

Predikant en "historicus" Johan Picardt (1600-1670) schreef mogelijk als eerste over een "Saal" te Emmen.

Foto Historisch Emmen Saalhof
Vrij vertaald staat hier: "Ook is er een Saal geweest in Emmen, die op de dag van vandaag nog de Saalhof wordt genoemd. Het is een groot paleis geweest maar is geruïneerd zodat er niet meer van overgebleven is dan de naam, het plein, de oude grachten en enige grote gemerkte stenen en zonder enige andere herinnering."
Bron: Johan Picardt (1660) Korte Beschryvinge van eenige vergetene en verborgene Antiquiteten
der provincien en landen gelegen tusschen de Noord-Zee, de Yssel, Emse en Lippe.

Verzameling: J.J. Brands.

De Saalhof was "een omwald gebied". Volgens L.J.F.Janssen vierkant, doch volgens een tekening van Reuvens ovaal van vorm en ter grootte van een voetbalveld. Om de wal lag een gracht en vervolgens nogmaals een wal en een gracht.

Volgens Picardt zou er zelfs een heus paleis hebben gestaan. Dit zal zijn oorsprong hebben gehad dat het oude Gotische woord "saal" of "sala" paleis of herenhof zou hebben betekend, zoals Picardt in 1660 al schreef in: "Korte Beschyvinge van eenige Vergetene en Verborgene Antiquiteiten der Provintien en Landen Gelegen tusschen de Noord-Zee, de Yssel, Emse en Lippe". De drie Podachristen geloofden hier echter niets van.

In de "Korte Beschyvinge" legde Picardt het bestaan van de Saalhof vast en maakte ook voor het eerst melding van de aanwezigheid van "keselingen" (lees "gemerkte" stenen). Deze keselingen waren vermoedelijk afkomstig van een vervallen hunebed, maar die bracht hij daar toen nog niet mee in verband. Deze stenen kregen later van A.E. van Giffen de code D44a.

In deze Saalhof woonde o.a. de schulte Egbert ten Dijck, in 1488 Egbert ten Dyke genoemd, in 1491 Egbert in den Spiker en Egbert in den Hoff. Mantingh schreef hierover in de Kroniek van juni 2010 dat deze naam verband hield met zijn woongelegenheid. Hij woonde (mogelijk) in de spijker maar in elk geval op het terrein van de Saalhof. Deze Saalhof was een omwald gebied en schulte Egbert woonde binnen de wal of dijk van de hof.


Janssen en Reuvens

In 1833 is de Saalhof door C.J.C.Reuvens onderzocht. Deze was hoogleraar in de archeologie aan de universiteit van Leiden. Van 5 tot 27 april in genoemd jaar maakte hij zijn tweede tocht (de eerste was in 1819) door Zuidoost Drenthe en bracht ook een bezoek aan Emmen. Reuvens was de eerste die de Saalhof onderzocht. Hij hield de Saalhof voor een "legerplaats". In dit verband bedoeld als een plek waar eeuwen geleden mensen woonden. Noot: Reuvens schreef "Zaalhof".

Reuvens vond de restanten van de door Johan Picardt beschreven stenen onder de wal van de Saalhof en maakte er een schets van waarvan hieronder slechts een deel is weergegeven

Foto Historisch Emmen Saalhof
Bron: Reuvens in Drenthe.

Eén ervan had zes boorgaten, de "gemerckte keselingen" waarover Picardt reeds had geschreven. Noot: boorgaten zijn nooit door hunebedbouwers aangebracht maar door keiendelvers uit de 19e eeuw, die probeerden een centje te verdienen aan de hunebedden.

Helaas had Reuvens op zijn tekening, behalve de vermelding "Markte Noordbergen", niet aangegeven waar zijn onderzoek precies had plaatsgevonden, maar bewees wel dat de omwalde akker jonger was dan de stenen uit het hunebedtijdperk.

Reuvens vond in de Saalhof ook een stuk tufsteen, een soort voorloper van de huidige baksteen. Tufsteen werd in het begin van de Middeleeuwen enkel gebruikt bij de bouw van belangrijke gebouwen. Het is dus mogelijk dat dit stukje tufsteen afkomstig was van de bisschoppelijke hof, die van Emmen toen al een centrumplaats maakte. Het geschrift van Picardt en de vondsten van Reuvens lijken te bewijzen dat de Saalhof te maken heeft met de bisschoppelijke hof hoewel die in het centrum van Emmen lag.

Bron: "Reuvens in Drenthe", door J.A.Brongers. Uitgave ROB ISBN 90-228-3925-7.

Oudheidkundige dr. L.J.F.Janssen (1806-1869), conservator van het Museum van oudheden te Leiden, kreeg in 1847 van het rijk de opdracht een onderzoek naar De Saalhof uit te voeren. Hij heeft tijdens het onderzoek in 1847 vervallen restanten aangetroffen van een grote vierkante ruimte omgeven door een dubbele wal en een droge dubbele gracht. Hij beschreef op die plaats ook een molen.

Janssen schreef:
Foto Historisch Emmen Saalhof "Het terrein van de Saalhof behoort tot de marke van Noord en Zuidbarge en vormt een vierkant, met rondom eenen dubbelen wal en twee drooge grachten. De omvang zal p.m. 426 ellen bedragen, van binnen afgetreden. De zuidelijke en westelijke hoeken zijn een weinig, de noordelijke is zeer geschonden; misschien omdat daar de ingang is van de zijde van Emmen, en in de nabijheid daarvan, op het hoogste punt de Emmensche molen geplaatst is.(...) De wal aan de noord-westzijde is ééne el hoog (van het binnenplein gemeten) en aan den voet 5 ellen breed; de daarop volgende gracht is 4 ellen breed en evenredig diep, en de daarna volgende wal is wederom ééne el hoog en 5 breed. Aan de z.w. zijde bevinden zich in het plein twee laagten, de eene van 17, de andere van 50 ellen lengte; en op andere plaatsen treft men nog 5 ovale kuilen aan van p.m. 3 ellen lengte, 2 breedte en 1 diepte. In deze laagten en kuilen werden door mij opgravingen bewerkstelligd, doch er werd niets dan de gewone zandige grond der heide gevonden. Maar 87 ellen ten n.o. van den westelijken hoek (bij a) leverde eene opgraving belangrijke uitkomsten. Op die plek bevinden zich namelijk twee granietblokken, deels boven, deels in den grond, welke 3 ellen in noord-zuidelijke rigting van elkander verwijderd zijn. In den zuidelijksten steen, die 1.37 lang en 0.75 breed is, zijn op de oppervlakte zes ronde gaatjes geboord, even als op sommige hunebedsteenen. Die gaatjes zijn in ééne lijn, 4 tot 6 duimen van elkander, en 4 tot 5 duimen breed en diep. Hetwelk mij deed vermoeden, dat die granietblokken van een vernield hunebed afkomstig zouden zijn. Eene opgraving tusschen dezelve bevestigde dit vermoeden, doch leerde tevens, dat de aanleg van den kamp van jongere dagteekening was, dan de plaatsing van gemelde steenen. Ik vond tusschen die twee granietbrokken ter diepte van 0.4 el eene vaste bevloering, bestaande uit kiezelgruis, keien en granietsteenen, doormengd met houts kolen en potscherven. Die bevloering was 2 ellen breed en 5.5. lang, in n.o. en z.w. rigting, en liep nog ruim ééne el onder den wal van den kamp voort, ten bewijze, dat de wal jonger was dan de bevloering. De potscherven droegen het Germaansche karakter; er waren 13 stuks verschillend versierd onder."

A.E. van Giffen

Even voor de Tweede Wereldoorlog heeft professor A.E. van Giffen nog een onderzoek ingesteld naar de Saalhof. Hij heeft kennelijk op de verkeerde plaats gezocht, want van de Saalhof heeft hij geen enkel spoor gevonden.


Vondsten in de Saalhof


Vondsten in de Saalhof gedaan door G. van J. Meppelink.
J. Meppelink woonde omstreeks 1962 in de Julianastraat 47.
Bron: Nieuwe Drentse Volksalmanak 1929.


 
Neemt u tekst over? Vermeldt u dan ook de bron? (www.historisch-emmen.nl) Dank!