De woning van de schulte, waar in 1695 "de jonge weduwe schultinne" woonde,
werd ooit het schultehuis genoemd, later het Willingehuis en in de volksmond "Het Witte Huis".
Met de jonge weduwe werd Aleida van Beverfoorde bedoeld, weduwe van de in 1685 overleden
schulte Everhardus Emmen.
Bron: DA Haardstedenregister 1695
Volgens hetzelfde haardstedenregister van Emmen woonde in 1695 in het schultehuis
"de oude weduwe schultinne". Dit was
Christina Sijbilla Wijsmans,
weduwe van schulte Warnerus Emmen,
de vader van Everhardus.
Bron: DA Haardstedenregister 1695
Oudere Emmenaren kunnen zich het Willingehuis nog goed herinneren. Het huis werd
door de bevolking witte huis genoemd omdat de muren wit geschilderd waren. Het stond
bekend om haar mooie omgeving met prachtige rododendrons en oude lindebomen.
Waarschijnlijk is het Willingehuis gebouwd aan het eind van de zeventiende, of begin
achttiende eeuw.
Voordat het Willingehuis werd gebouwd stond er op dezelfde locatie een ander en groter
huis welke waarschijnlijk een zijvleugel heeft gehad. Van dat oude huis is niet bekend hoe
het eruit heeft gezien en ook niet bekend wanneer het is gebouwd. Bronnen
beweren dat het een soort havezate geweest moet zijn. Zeker is dat echter niet. Die havezate
zou een opvolger geweest kunnen zijn van de bisschoppelijke hof. Ook dat is niet zeker.
Tijdens de afbraak van het witte huis in 1936 bleek dat de fundering bestond uit heel
oude granietblokken. Men vermoedde in 1936 dat deze granietblokken overblijfselen waren
van het huis dat misschien de havezate geweest was. Ook kwam er zuiver groen kathedraalglas
tevoorschijn dat 400 jaar oud bleek te zijn. Dit glas is hergebruikt voor de ramen van de
voormalige Oudheidkamer op het Marktplein.
Het was Hugo Emmen
of één zijner voorvaderen die het oude huis liet afbreken en een nieuw huis, dat later het witte huis zou worden
genoemd, liet bouwen.
In 1719 heeft Hugo Emmen behang laten schilderen door Wychel Dannenberg. In 1934, twee jaar voor
afbraak van het Willingehuis, bevond het behang zich nog steeds in het huis. Het behang was dus 215 jaar (!) oud.
Het behang is tijdens open dagen nog te bewonderen in de opkamer van havezate Oldengaerde te Dwingeloo.
Van het behang is een een drieluik behouden gebleven, een voorstelling met een vijver, een tempel,
een galerij met beelden, sfinxen, waterspuwers en een afbeelding van hemzelf, zijn vrouw
Adriana Theodora Quaadt en hun zoontje Christiaan Wolter spelend bij de vijver.
In 1934 zou het fragment met zoontje niet meer aanwezig zijn geweest. Bron: website
https://rkd.nl/nl/explore/images/102298
De afbeeldingen zijn afkomstig van de website https://rkd.nl/nl/explore/images/102298
en zijn in diverse artikelen gepubliceerd geweest.
In 1776 werd het huis door de erfgenamen van Christiaan Wolter Emmen voor f 6.000,-
verkocht aan Lucas Willinge, de nieuwe schulte van Emmen. Toen de familie Willinge het
witte huis ging bewonen kreeg het huis de (bij)naam Willingehuis.
De laatste bewoners van het witte huis waren Gezina Anna Christiena (1854-1935) en haar
zus Roelina Wilhelmina Willinge (1857-1916), de in Emmen zeer bekende dames Willinge. Ze
waren beide ongetrouwd. Gezina werd wel "juffer Sientje" genoemd.
Nadat Roelina in 1916 was overleden, kwam Johanna Koertsen, een nicht van Gezina, bij
haar inwonen. Veel oudere Emmenaren kunnen zich deze dames nog goed herinneren. Ze waren
zeer deftig en "moordzuunig" zoals men dat vroeger in Emmen zei. Toch gaven ze
ook nog wel eens iets weg. Wanneer de jeugd van Emmen een bal wilde hebben
zamelden ze geld in om een bal te kunnen kopen. Hun eerste gang was dan naar de dames Willinge. Deze
gaven namelijk altijd een dubbeltje, wat in die tijd veel geld was.
De dames hadden een dienstmeid die "Hendekki" genoemd werd. Ze waakte over
de beide dames alsof het haar kinderen waren. Als ze boodschappen ging halen gebruikte
ze nooit een tas maar altijd haar schort om de gekochte spullen in mee te nemen.
De dames Willinge waren ontzettend deftig. Ze bemoeiden zich eigenlijk weinig met de
overige dorpsbewoners. Wanneer in de winter het Oranjekanaal dichtgevroren was, en het ijs
dik genoeg was om er op te kunnen schaatsen liepen de dames Willinge beide naar de brug
over het kanaal bij Westenesch. Daar stond dan iemand hen op te wachten die hen de schaatsen
onder deed. Voor die handeling vonden ze zichzelf te deftig....................
In 1935 stond in de Emmer Courant: "De trottoiraanleg is deze week weer een stukje
verder gekomen, doordat in de bocht voor het huis van de familie Willinge, die de noodige grond
afstond, nu ook het tegelpad kon worden aangebracht. Juist te dezer plaatse is het een
verbetering, ten spijt van het wederom teloor gaan van een stukje dorpskarakter."
"Zulks verlies maakt veranderend Emmen tot regelmatige verschijnselen, die nauwelijks
meer opvallen. Emmen moet Mooi-Emmen blijven en het dorpskarakter niet verliezen!"
|